Meten = weten

Titeren is geen alternatief voor vaccineren. Titeren en vaccineren gaan hand in hand samen en hebben elkaar nodig om aan te kunnen tonen dat een dier is beschermd. Laat daarom alleen vaccineren als het nodig is! Door te titeren kan het vaccineren worden aangepast aan de gezondheid, leeftijd en leefomstandigheden van je dier.

Tot voor kort werden de meeste honden en katten jaarlijks tot driejaarlijks gevaccineerd. De meeste vaccins tegen infectieuze hepatis, parvo en distemper (hond) en panleukopenie, herpes en calici (kat) zijn, afhankelijk van het vaccin, minimaal 1 tot 3 jaar werkzaam. Wetenschappelijke studies hebben aangetoond dat de bescherming vaak nog langer aanhoudt dan 3 jaar.

Vaccins bieden in veel gevallen een goede bescherming tegen de ziekten waartegen wordt gevaccineerd. Het komt echter ook regelmatig voor dat vaccins niet aanslaan waardoor er sprake is van schijnveiligheid.
 

De VacciCheck antilichamentest (titertest) is het ultieme middel om te testen of je hond of kat beschermd is tegen de besmettelijke en dodelijke ziekten waartegen wordt gevaccineerd, het juiste moment van een vaccinatie te bepalen en/of overbodige vaccinaties te voorkomen. Zeker bij gelegenheden waar veel dieren samenkomen zoals op shows, wedstrijden, dierenevenementen, hondenscholen of vieze uitlaatveldjes wil je niet dat je hond of kat iets oploopt en daardoor ook andere dieren kan besmetten.

De etiketten van de toegediende vaccins die in het paspoort van de hond of kat zijn gekleefd, zeggen niets over de mate van bescherming. Een titerbepaling met VacciCheck geeft zekerheid of het dier wel of niet beschermd is tegen de ziekten waartegen is gevaccineerd.
De hoeveelheid antistoffen in het bloed (de titer) geeft aan of je dier voldoende beschermd is. Als de titer hoog genoeg is, is vaccinatie niet nodig.